Makelaar
sportzaken
Sportief Capelle is een sportservicebureau dat de gemeente Capelle adviseert en helpt met de
uitvoering van het sportbeleid, o.a. door stimuleringsprojecten, accommodatiebeheer en -verhuur.
Directeur Lian Witteveen geeft leiding aan dit bureau van ongeveer 30 medewerkers. Zij zetten
zich samen elke dag in voor het structureel in beweging krijgen van inwoners van Capelle. Een
makelaarsrol die bij de komende decentralisatieslag van grote waarde kan blijken.
Sportief Capelle zet
sport in de etalage
H
oe kunnen gemeenten sport en beweging inzetten
voor het bereiken van doelen in het sociale domein?
Al meteen pareert Lian Witteveen deze eerste vraag:
“Ik zou het willen omdraaien: welke kansen bieden sport
en beweging aan gemeenten om doelgroepen binnen het
sociaal domein structureel in beweging te krijgen? Wij zijn
met het bureau Sportief Capelle bezig om sport in de etalage
te zetten voor de gemeente.“
Makelaar in sport en bewegen
Sportief Capelle helpt de gemeente door de organisatie en
uitvoering van het sportbeleid. Door die rol kent het bureau
de ruim 60 sportverenigingen, sportondernemingen en
andere organisaties goed, maar ook de doelstellingen en de
mogelijkheden van de gemeente: Lian Witteveen: “Er is een
verschil tussen hoe een gemeente denkt en handelt en hoe
sportverenigingen dat doen. Besturen van sportverenigingen
draaien op vrijwilligers, en die doen dat gemiddeld zo’n 4 tot
8 uur in de week in de avonduren. Dat betekent dat als je als
gemeente sportbesturen vraagt om iets te doen, ze gemid-
deld een paar weken over een antwoord doen. Heel anders
ligt dat met de vrijwilligers die verenigingen op de sport-
velden hebben rondlopen. Die kunnen soms heel eenvoudig
een extra handeling erbij nemen, zonder dat hen dat heel
behoorlijk belast. Het gaat er dus om, sportverenigingen aan
te spreken op dat waar ze goed in zijn. Het moet maatwerk
zijn.”
Participatie door focus op sport en gezondheid
“De aanstaande decentralisatie van het sociaal domein
kan een enorme uitdaging worden om sport en het sociaal
domein nog verder aan elkaar te verbinden. Nu al draaien
projecten als Fit Plus Capelle en Sportieve Jaargetijden die
vele wat oudere inwoners aan te trekken door een sportaan-
bod dat bij hun leeftijd en mogelijkheden past. Vaak is het
een combinatie van de zin om te bewegen, maar ook wat
meer willen weten over de eigen gezondheid. In Fit Plus zit
een fitheidstest waaraan artsen en fysiotherapeuten hebben
meegewerkt, en ook een diëtiste. Hierdoor kunnen we ook
adviezen geven ten aanzien van de levensstijl van deelne-
mers, en dat blijkt veel mensen aan te trekken. We zoeken
de deelnemers, 55 plussers, juist op die plekken waar ze
veel zijn en nemen de promotie van het project op ons. Deze
organisatie kan een sportvereniging niet doen, maar wel
kunnen we deelnemers laten aanhaken bij een van de sport-
verenigingen, door de verenigingen te vragen een plaatsje
vrij te maken voor een nieuwe sporter. Daarmee nemen we
werk uit handen en benutten toch de aantrekkelijkheid van
de vereniging.”
Waarom een BV, is het zo commercieel?
“Nee, absoluut niet. Het gros van wat we hier doen wordt
betaald door de gemeente en is niet gericht op commer-
ciële activiteiten. Het oprichten van een B.V. als werkvorm
had veel meer te maken met het terug kunnen krijgen van
de BTW, een maatregel in het kader van het Sportbesluit.
Dat scheelt 21% van de kosten, en die kunnen we dan
mooi weer in het project stoppen. Verder leggen we vooral
kennis in en zoeken naar de uitwisseling daarvan. We zijn
bijvoorbeeld bezig met het helpen om jongeren met autisme
beter te laten deelnemen in reguliere sportverenigingen. We
hebben dan van een school inzichten nodig in wat je kunt
doen in pedagogische zin. Anderzijds kunnen wij de school
weer op mogelijkheden wijzen voor accommodatieverhuur
van bijvoorbeeld hun sportzalen, die ‘s avonds nogal eens
leeg staan. Zo snijdt het mes aan twee kanten.
Kansen in de decentralisatiegolf?
Zoals iedere gemeente is ook Capelle bezig met de voor-
bereidingen van de decentralisatie van het beleid in de
jeugdzorg, het participatiebeleid en de maatschappelijke
ondersteuning van mensen met een handicap. Sportief
Capelle oriënteert zich ook op dit terrein door onder andere
via partners als NISB zich alvast goed voor te bereiden. Lian
Witteveen: “Het grote voordeel is dat wij de infrastructuur
en het overzicht binnen ons bureau al hebben: we ken-
nen de gemeente, we kennen de sportorganisaties en de
accommodaties. Als straks de eerste beleidslijnen worden
gemaakt, zijn we in staat op allerlei doelgroepen een mooi
maataanbod te formuleren. Ik weet zeker dat we hierin voor
de gemeente en voor de burgers veel zullen gaan beteke-
nen.”
3
Erkende interventies
Op www.effectiefactief.nl presenteert het Neder-
lands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) een
groot aantal erkende sport- en beweeginterventies.
De website biedt een ‘online gereedschapskist’ met
verschillende sport- en beweegaanpakken die een
erkenningstraject hebben doorlopen. Deze aanpak-
ken kunnen op elke lokale situatie worden toege-
past en aangepast, bijvoorbeeld bij sportverenigin-
gen. Een groot deel van deze erkende interventies
biedt hun sport- en beweegaanbod aan binnen de
Sportimpuls. En dat is niet voor niets. Ook in de
Sportimpuls, onderdeel van het VWS-programma
Sport en Bewegen in de Buurt, ligt de nadruk op de
inzet van bestaande succesvolle sport- en beweeg-
interventies.
Lysbeth de Vries, adviseur bij het Nederlands
Instituut voor Sport en Bewegen: “Zowel lokaal als
landelijk zie je de tendens dat er alleen nog maar
wordt geïnvesteerd in ontwikkelingen waarvan de
werkzaamheid is aangetoond. We willen niet alle-
maal het wiel opnieuw uitvinden. Door meer inzicht
te krijgen in de basis, onderbouwing en effectiviteit
van interventies scheiden we het kaf van het koren:
welke aanpakken werken nu echt in de praktijk?”
Wat heeft de lokale sportbestuurder daar in de prak-
tijk aan? “Het is een goede start en biedt houvast.
Als je weet dat een aanpak elders al gewerkt heeft,
dan geeft dat vertrouwen. En je kunt bijvoorbeeld
beter onderbouwd de plaatselijke wethouder of een
potentiële geldverstrekker informeren”, zegt
De Vries. “Maar natuurlijk kan je in het algemeen
niet alles één op één gaan kopiëren en plakken en
dan maar hopen dat dezelfde effecten behaald wor-
den. De situatie kan per locatie en per vereniging
verschillen. Een succesvolle aanpak in Delfzijl hoeft
niet automatisch ook aan te slaan in Vlissingen.
Maar het biedt wel een goede basis, een onder-
bouwd vertrekpunt voor iemand die zich wil richten
op wat werkt.”
8
ADVIEZEN
SPORT EN BEWEGEN IN HET SOCIAAL DOMEIN
1
Overwin angst voor risico’s, richt je op de
kansen.
2
Maak de drempel voor deelname laag en sluit
aan bij wensen van de doelgroep.
3
Stimuleer ondernemerschap en particulier
initiatief.
4
Betrek lokale bedrijven en zorgverzekeraars
bij de plannen.
5
Begin niet direct over geld, begin met
betrokkenheid.
6
Er zijn al veel voorbeelden in het land,
verspreid die inzichten.
7
Benut de talenten van zowel professionals
als vrijwilligers.
8
Ga voor continuïteit, korte projecten zijn er
al veel.