Makelaar
sportzaken
Ton Markink, eigenaar Activaat
Stimuleer integraal ondernemerschap
Het inzetten van sport voor de inte-
gratie van minderheden, activering van
inactieven of tegengaan van obesitas is
mogelijk, dat bewijzen talloze projecten
van de afgelopen jaren. Maar het struc-
tureel verankeren van deze projecten
na afloop van de subsidieperiode vormt
de grootste uitdaging. Veel projecten
zijn opgezet met een zekere druk naar
de vereniging om mee te doen. Maar
die kunnen het niet voortzetten, willen
het niet of hebben daarvoor een zet
nodig. Gevolg; miljoenen besteed aan
projecten zonder structureel vervolg:
BSI, BOS, Combinatiefunctionaris,
proeftuinen en veel meer. Een kort-
door-de-bocht-conclusie, zeker, maar
met een kern van waarheid.
Wacht niet op elkaar, onderneem nu!
Mijn advies luidt: ‘Blijf niet op elkaar
wachten’! Verenigingen willen graag en
velen zien de noodzaak om te veran-
deren. De tijd van pilots en pamperen
is voorbij, ondernemerschap wordt
gevraagd. Gemeenten hebben grote
vragen. De nieuwe taken vanuit de
transities, maar ook slecht exploitabele
maatschappelijke voorzieningen die
leeglopen als gevolg van bezuinigingen
op activiteitenbudget. Grijp elkaar dus
vast! De vereniging wil en moet, de
gemeente eveneens. In de vereniging
komt de hele samenleving bij elkaar
en de vereniging is de vindplaats, de
broedplaats en uitvoeringsplaats voor
decentralisatie en maatschappelijke
activiteiten.
Try before you die?
Hieronder een kort stappenplan voor
gemeenten om het sociaal domein te
activeren via de sportorganisaties:
- Sluit, waar dat past, de slecht te
exploiteren wijkcentra.
- Besteed een deel van de bezuinigin-
gen aan de sportvereniging.
- Stimuleer met sturingsmiddelen
het ondernemerschap van de
vereniging.
- Eis commitment in de portemonnee,
ook van sportverenigingen
- Handel in de gedachte van burger-
participatie en neem de vereniging
serieus.
Geen sportbedrijf maar een stichting
En misschien wel een van de belang-
rijkste: richt geen sportbedrijf op om
alles te organiseren. Dat zorgt voor ver-
dere institutionalisering en praten over
in plaats van met de sport. Kies liever
voor een overkoepelende stichting vol-
gens onderstaande structuur. Dat bete-
kent wel een centrale aansturing, maar
met inbreng van vertegenwoordigers
uit alle maatschappelijke geledingen
ten behoeve van de georganiseerde
sport. Op z’n minst op sportparkniveau,
maar het liefst op gemeentelijk niveau.
Vechtsportles om het gevecht met jezelf te
leren begrijpen
Als het gaat om pesten, zelfbewust worden of
leren omgaan met je eigen humeuren, denken we
doorgaans niet direct aan vechtsport. Toch wordt de
vechtsport steeds vaker ingezet voor jongeren die
beter willen leren om te gaan met pesten, agressie
en/of driftbuien. Wouter Schols, programmamanager
bij het NIVM, geeft twee voorbeelden, een binnen
een aanbod voor de jeugdzorg en een ander aanbod
gericht op regulier onderwijs. Sport Zorgt heeft
inmiddels de erkenning ‘Goed beschreven’ behaald,
Respons werkt daar in 2014 naar toe.
Sport Zorgt; agressieregulatie en sociale
weerbaarheid
Samen met instanties voor jeugdzorg en jeugd-
hulpverlening wordt het programma ‘Sport Zorgt’
aangeboden bij jeugdhulporganisaties, het speciaal
onderwijs of in sportclubs. Alle ervaringen van de
eerste jaren zijn verwerkt en omgezet in twee aparte
aanpakken: Vechtsport Plus en Vechtsport met
een missie. Bij Vechtsport Plus worden jongeren
met lichte tot matige gedragsproblemen begeleid
door een docent die specifieke begeleiding op de
gedragsthema’s kan leveren. Vechtsport met een
missie is een gedragsinterventie die wordt aange-
boden aan jongeren met duidelijke agressie- en/ of
sociale weerbaarheidsproblemen, individueel of in
kleine homogene groepen. Doorstroming naar het
reguliere aanbod van een vechtsportvereniging is
hierbij geen doelstelling. Bij deze interventie staat de
vechtsportvereniging niet centraal, maar de docent
die de interventie aanbiedt.
Respons: vechtsport als hulpmiddel bij
sociale problematiek
In het programma Respons is sociale problematiek
in het onderwijs het uitgangspunt om met vecht-
sport aan de slag te gaan. In drie lespakketten staat
telkens een onderwerp centraal, zoals ‘Omgaan
met pesten en groepsdruk in het primair onderwijs’,
‘Omgaan met agressie en geweld in het voorge-
zet onderwijs’ en ‘Omgaan met onveiligheid in het
MBO’. Deze problematiek wordt aangepakt door
middel van thema’s als ‘grenzen stellen’, ‘zelfvertrou-
wen’ en ‘samenwerken’. Respons gaat er daarbij
vanuit dat je de keuze hebt om het probleem aan te
pakken. Naast het gestandaardiseerde deel bevat
Respons een traject op maat, waarbij een intensieve
samenwerking wordt aangegaan met het onderwijs,
de vechtsportvereniging of de trainer in de buurt.
Ook kan de onderwijskundige instelling zelf haar
eigen (LO-)docenten opleiden om met Respons te
werken.
3
Sport- en beweegaanbod dat aansluit bij de maatschappelijke doelstellingen van de gemeente maakt een grote kans om bij te dragen bij de
transities in het sociaal domein. De vraag naar ‘aanbod dat werkt’ zal daarbij zeker toenemen. Wouter Schols van het Nederlands Instituut voor
Vechtsport en Maatschappij (NIVM) geeft twee voorbeelden van succesvolle aanpakken.
Duurzaam investeren?
Zet in op ‘wat werkt’!
5
VOORWAARDEN VOOR SUCCES?
1
Kies voor een centrale aanpak, georganiseerd door
maatschappelijke partijen.
2
Stel een gemeentelijk projectleider aan.
3
Verenigingen moeten mee investeren voor commitment.
4
Kies voor een sportparkmanager.
5
Maak van het sportpark een maatschappelijke voorziening,
dat open is van 8.00 – 24.00 uur.
Why have a meeting
if you can also
have a party?