Previous Page  8 / 12 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 8 / 12 Next Page
Page Background

Freek de Meere, senior onderzoeker Verwey-Jonker Instituut

Waar blijft de sport in buurtteams?

Veel gemeenten anticiperen op de

aankomende decentralisatie met

het inzetten van Buurtteams. In een

Buurtteam zitten professionals uit

welzijn, zorg, inkomen en/of active-

ring. Zij bieden laagdrempelige hulp

aan buurtbewoners, zoals hulp bij

schulden, gezondheid en opvoeding.

Buurtteams gaan uit van de eigen

kracht en het eigen informele net-

werk van cliënten: zo veel mogelijk

zelf doen met eigen familie, buren en

vrienden. De teams geven vooral col-

lectieve begeleiding, gekoppeld aan

netwerken in de buurt. Gemeenten

willen met Buurtteams goede, maar

ook goedkopere hulp leveren.

Wat opvalt in de bestuurlijke discus-

sie over welke organisaties in Buurt-

teams deelnemen, is de afwezigheid

van sportverenigingen en andere

sportinstellingen. Dat is vreemd, want

zij kunnen Buurtteams goed helpen

om sociaal-maatschappelijke be-

leidsdoelstellingen te behalen.

GGZ-instellingen kunnen bijvoor-

beeld met hun cliënten activiteiten

ondernemen op sportverenigingen

als alternatief voor activiteiten in

dagactiviteitencentra. Door te spor-

ten kunnen deze cliënten bovendien

ook hun dag- en nachtritme verbete-

ren, zelfvertrouwen ontwikkelen en in

contact te komen met andere men-

sen. Allemaal belangrijke voorwaar-

den om weer zelfstandig te kunnen

wonen of leven.

Per buurt, per club, per probleem kan

een passend sportaanbod worden

geformuleerd, maar niet door roof-

bouw te plegen op de vrijwilligers van

de sportvereniging: we moeten hen

niet vragen om overdag vrij te nemen

om buurtbewoners een les te geven.

Nee, het gaat erom juist sportprofes-

sionals in te zetten die een verant-

woord aanbod kunnen bieden, juist

door hun verbinding met een club in

de buurt.

Bewegen voor de

jongste kinderen

Diana Boelhouwers vindt het een van de leukste ervaringen in haar leven: het werken met peuters

in een bewegingsles bij Guppy Gym. In Uden heeft Diana ervoor gezorgd dat de plaatselijke

gymnastiekvereniging V&K dit bewegingsaanbod aan de jongste kinderen de komende jaren op

zes verschillende plaatsen binnen de gemeente zal gaan uitvoeren. ‘Jong geleerd, oud gedaan’

geldt zeker ook voor bewegen.

Net zo gewoon als

een zwemdiploma

“A

ls ze binnenkomen is het meteen al leuk: de

kinderen hebben plezier en zijn direct ook bezig.

Peuters zijn een heel dankbare groep, ik word

er altijd vrolijk van”. Aan het woord is Diana Boelhouwers.

Zij is de drijvende kracht achter een initiatief dat haar eigen

gymnastiekvereniging een jaar geleden startte met hulp van

Sportimpuls: het aanbieden van sport- en bewegingslessen

voor alle kinderen die nog niet in het basisonderwijs zitten.

Quality time

De bewegingslessen sluiten volledig aan op het niveau van

de kinderen. In een groep, die doorgaans ’s ochtends van

9.00 tot 9.45 uur begint, zitten zo’n 10 tot 20 peuters. Ze

worden begeleid door een speciaal opgeleide trainer, maar

ook hun ouders doen mee. In de les komt alles aan de orde

wat peuters kunnen en leuk vinden: alle grondvormen van

bewegen komen aan bod. De kinderen beleven er steeds

weer een hoop plezier aan, maar ook de ouders zien het

echt als quality time. Wat we willen bereiken is dat bewe-

gingslessen voor heel jonge kinderen steeds normaler wordt.

Een diploma voor bewegen moet eigenlijk net zo normaal

zijn als een zwemdiploma”, aldus Diana Boelhouwers.

Eisen stellen aan kwaliteit

Het lijkt zo eenvoudig om kinderen in beweging te zetten,

maar in de praktijk komt er veel bij kijken: Boelhouwers:

“Omdat de KNGU (Koninklijk Nederlandse Gymnastiekbond)

ons had gevraagd om eens te kijken naar de mogelijkheden,

hadden we ook meteen een kader om aan te sluiten bij het

programma dat de bond heeft voor de wat oudere kinderen.

Doelen zijn ook niet alleen om kinderen plezier te laten bele-

ven aan bewegen, maar ook om al vroeg te kunnen signale-

ren waar de kwaliteiten of juist de problemen van kinderen

kunnen liggen op het vlak van bewegen. Dat is nuttig want

zo kan je op diverse manieren ervoor zorgen dat kinderen

worden gestimuleerd op wat zij goed kunnen, of dat zij al

heel vroeg in beeld komen van zorginstellingen die dan nog

wat voor hen kunnen betekenen.”

Scholen doen mee

Daarnaast is het ook nog een heel werk om scholen te vin-

den die mee willen doen. Boelhouwers: “Je hebt er best een

grote ruimte voor nodig en aangepaste materialen.

Tot slot moet je ook nog goede trainers hebben. Die moeten

veel inlevingsvermogen bezitten, goed met kinderen kunnen

omgaan en zich ook realiseren dat het geen bezighouden is

maar wel kinderen begeleiden in een leerproces. En de via

ZonMw aangevraagde subsidie van de Sportimpuls hadden

we wel nodig, want die materialen hadden de scholen in

Uden niet. Op elke locatie staat nu zo’n box. Als je weet dat

één zo’n box al bijna

3.000,- kost, dan weet je wel dat dat

niet zomaar door iedere school kan worden opgebracht.”

Is het ook zonder subsidie te doen?

Wij hebben hier ervoor gekozen om de subsidie vooral te

besteden aan materialen en aan het geven van een in-

gangskorting voor de ouders: zij mogen het vier keer komen

ervaren en daarna betalen ze de kostprijs. Als die materialen

er al zijn, bijvoorbeeld op school en als ouders het geen

probleem vinden om van het begin te betalen, wordt het wel

wat gemakkelijker om het later zonder subsidie te doen.

Wij hadden hier ook al meer ervaringen opgedaan met dat

soort aanvragen voor subsidies, bijvoorbeeld voor speciale

lessen voor allochtone vrouwen. Als je daar niet veel ervaring

mee hebt, raad ik aan om vooral veel partners te zoeken

zoals scholen, kinderdagverblijven en de gemeente.

De combinatiefunctionaris die we hier hebben, kende al veel

scholen dus die had de ingangen in Uden. Ook de gemeente

was voor ons heel belangrijk, mede als ondertekenaar van

het subsidiecontract. Zo hebben veel handen licht werk

gemaakt.”

Heeft Diana er zelf veel tijd in gestoken?: “Ja (lachend), heel

veel tijd is wel nodig voor de aanvragen en al het overleg,

Zeker ook omdat ik het voor meer projecten heb gedaan,

heeft het wel veel tijd gekost. Maar de opbrengst is ook

zo leuk en belonend, dat je dat eigenlijk al snel weer bent

vergeten.”

3

“Bewegingslessen voor

jonge kinderen moeten

steeds normaler worden”